Sociaal-emotionele ontwikkeling
Voor de sociaal emotionele ontwikkeling werken wij met de Kanjertraining. De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de sfeer in de klas goed te houden (preventief) of te verbeteren (curatief). Kanjertraining helpt leerkrachten om anders te kijken naar het gedrag van kinderen. Gaat er dan nooit meer iets mis op Kanjerscholen, heerst er altijd rust en vrede? Nee, maar Kanjertraining kan wel helpen om problemen bespreekbaar te maken en te zoeken naar oplossingen die goed zijn voor alle partijen.
Het belangrijkste doel is dat een kind positief over zichzelf en een ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de Kanjertraining geeft kinderen handvatten in (lastige) sociale situaties. De training leert hen hoe ze zelf problemen kunnen oplossen en daardoor komt tijd en energie vrij die zo nodig zijn voor een evenwichtige ontwikkeling. Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en indien nodig van de leerkrachten. De kinderen worden geholpen in positief gedrag.
Het motto is dan ook: ”Doe je niet anders voor dan je werkelijk bent”.
Doelen en regels
De training streeft de volgende doelen na:
• Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas.
• Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen.
• Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten.
• Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen.
• Leren om verantwoordelijkheid te nemen.
• Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie
• Het bevorderen van gezond gedrag.
Tijdens de kanjertraining staan vijf regels centraal:
1. We vertrouwen elkaar.
2. We helpen elkaar.
3. We werken samen, niemand speelt de baas.
4. We hebben plezier, niemand lacht uit.
5. We doen mee, niemand doet of blijft zielig.
Twee werelden
De Kanjertraining maakt een onderscheid in de ‘wereld van vertrouwen’ waarin de mensen elkaar recht willen doen. En ‘de wereld van angst en wantrouwen’. De Kanjertraining hanteert de vuistregel dat zo’n 20 % van de kinderen de neiging heeft angstig en/of wantrouwend naar anderen te kijken. Deze manier van kijken naar anderen (wantrouwend, of juist niet), maakt een verschil in de wijze waarop deze kinderen sociale conflicten veroorzaken en denken op te lossen. De Kanjertraining kiest voor de wereld van vertrouwen en hanteert de vuistregel bij conflicten: zoek een oplossing die in de toekomst houdbaar is en doe elkaar recht.
De Kanjerpetten
In de kanjertraining wordt vaak gevraagd: “Is het jouw bedoeling om…
…je moeder teleurgesteld te krijgen?”
…de juf kwaad te maken?”
…deze jongen verdrietig te maken?”.
Is het niet jouw bedoeling? Doe dan anders? Hoe ga je dat aanpakken? Hier krijgt het kind dan tips van de andere kinderen en eventueel van de leerkracht.
De Kanjertraining probeert elk kind in te laten zien dat het beter en prettiger is voor jezelf en voor een ander om je goed te gedragen. Bij de meeste kinderen is dat ook hun diepste verlangen. Iedereen wil toch een kanjer zijn!
Om in gesprek te gaan over gedrag bij kinderen maken we bij de Kanjertraining gebruik van petjes met vier verschillende kleuren. Wanneer er zich een probleem of stressvolle situatie voordoet hebben we een keuze om verschillend te reageren (coping). Zolang je handelt vanuit vertrouwen en op basis van wederzijds respect zijn deze verschillen tussen mensen goed en waardevol. Wanneer je zo handelt, noemen we dat binnen de Kanjertraining dat je een drager bent van de witte pet. Je durft jezelf te zijn, je bent zelf te vertrouwen en durft ook anderen te vertrouwen. Kortom je bent een kanjer.
Je kunt een kanjer zijn op verschillende manier. Je kunt jezelf zijn in combinatie met de zwarte pet. Dan reageer je op een stoere manier. Je vertoont leiderschapsgedrag. Je kunt je grenzen aangeven. Je durft plannetjes te maken en bent ondernemend. Zolang naast de zwarte pet ook de witte pet van het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen zich op een hele positieve en krachtige wijze gedragen.
Je kunt ook een kanjer zijn in combinatie met de rode pet. Dan ben je vol levenslust. Je hebt een goed gevoel voor humor. Je bent optimistisch en je verstaat de kunst van het relativeren. Zolang naast de rode pet ook de witte pet van het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen op een hele positieve en opgewekte manier weten te reageren.
Je kunt ook een kanjer zijn in combinatie met een gele pet. Dan ben je vriendelijk, bescheiden en aardig. Zolang naast de gele pet ook de witte pet van het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen op een hele positieve en rustige manier weten te reageren.
Uiteraard zijn er ook verschillende combinaties van petten mogelijk. Belangrijk gegeven is dat het hierbij gaat om coping. De petten zijn hulpmiddelen om op een respectvolle wijze over gedrag te kunnen praten. Kinderen zijn niet het gedrag van de pet, maar de petten staan voor de keuzes die de kinderen kunnen maken. Kinderen wordt daarmee geleerd dat ze zelf verantwoordelijkheid dragen voor de gedragskeuzes die ze maken. Zolang je drager bent van de witte pet van vertrouwen kun je ook niet zeggen dat de ene combinatie beter is dan de andere combinatie van petten.
Wanneer ontstaan de echte problemen? Dat is wanneer de witte pet van het vertrouwen wegvalt. We vervallen dan in reacties die niet meer passen bij de cultuur van wederzijds respect. Het recht van de sterkste begint te gelden. Voor de zojuist genoemde positieve eigenschappen komt dan het woordje ‘te’ te staan. Kinderen reageren dan te krachtig, te stoer en smeden plannen die ten kosten gaan van anderen. De vrolijke kinderen reageren nu te lollig met humor dat ten koste gaan van een ander en/of zichzelf. Het gedrag is onvoorspelbaar onbetrouwbaar, niet serieus te nemen en beledigend. De vriendelijke en bescheiden kinderen reageren nu angstig en te lief. Deze kinderen cijferen zichzelf helemaal weg en worden als het ware onzichtbaar. De eerste mept van de weeromstuit van zich af, de tweede maakt er een grap van en de derde geef het op. Als het onderling vertrouwen wegvalt in een groep, dan is de kans groot dat verschillende kinderen zich depressief ontwikkelen.
Daders en slachtoffers
De opvatting bestaat dat kinderen zijn in te delen in pesters en gepesten (of in daders en slachtoffers). Deze eenzijdige kijk op pesten maken de problemen groter en is niet de wijze van oplossen die de Kanjertraining voorstaat. Pesten is een complex probleem waarbij daders en slachtoffer lang niet altijd zo eenvoudig zijn te scheiden en soms een en dezelfde persoon is. Kanjertraining richt zich daarom niet alleen op de pester of op de gepeste, maar op de gehele groep. De aanpak moet zo zijn dat alle kinderen er baat bij hebben. Kern van de Kanjeraanpak is: Zet het onderling vertrouwen terug in de groep. Zoek met elkaar oplossingen die ook in de toekomst houdbaar zijn. Zowel kinderen, leerkrachten als ouders worden bij de aanpak betrokken. De Kanjertraining heeft veel oefeningen, zowel preventief als curatief om het vertrouwen en de respectvolle omgang met elkaar te bewerkstelligen. De petjes zijn hierbij een hulpmiddel en helpen om een duidelijk onderscheid te maken tussen ‘de wereld van vertrouwen’ en ‘de wereld van wantrouwen’.
Thema’s
Voor de kinderen
- Hoe zie ik mijzelf. Jezelf voorstellen. Iets aardigs zeggen over een ander en over jezelf. Gevoelens wat zijn dat?
- Hoe voelt een ander zich? Inlevingsvermogen. Laat pesters kletsen. De kunst van vragen stellen en antwoord geven.
- Luisteren en samenwerken. Vriendschap. Van kritiek kun je leren/zelfreflectie. Er zijn mensen die van je houden.
- Hoe ga ik met pesten om. Hoe zorg ik ervoor dat ikzelf niet mee doe met narigheid. Doe je niet anders voor dan je werkelijk bent.
Voor de ouders
Dezelfde als die voor de kinderen. Met dit aanvullend verschil:
Ouders geven hierin zelf het goede voorbeeld
Ouders reageren in hun opvoeding niet vanuit gevoelens van ergernis/irritatie enerzijds en angst-/onmachtsgevoelens anderzijds.